Zaterdag 11 november 1944

De zwarte bomen staan geëtst op blanke
Vreemdlichte luchtreep, maar daarboven dreigen
De hemel streng beheersend ‘lijk hun eigen
Domein loodgrijzen loden wolkenbanken.

Wijnkleurige eiken en gele berken zwijgen,
Die steeds nog rits’lende en rode ranken
Der wilde wingerd hangen stil, die kranken
Laten, al stervend, blaad’ren als tranen zijgen.

Plots rolt de zon, matgouden bal, door ’t grijze
Der somb’re wolken, tot zij rossig blonden.
Doch openspert een muil, waarvoor ik ijze
Een wolkenwolf – is Fenris losgebonden?
En, gulzig hong’rend naar die hemelspijze
Heeft plots de wolf de gulden zon verslonden.

Hélène Swarth Lees verder

Vrijdag 10 november 1944

Regen, regen, de gehele dag door! Alsmaar grijze luchten en flinke kletterende buien. Dan weer eens een droog uurtje. De planten en heesters druipen van het water. De vogels schuilen tegen de huizen. Alles is triestig en herfstachtig.

De rozenbottels aan de kale struik dragen elk een glinsterende regendruppel. Even breekt de waterige avondzon door en beschijnt hij deze druppels. Het lijken wel parels onder de oranje-rode bottels.

Wat kan een regendruppel mooi zijn. In alles, zelfs in de kleinste regendruppel zit schoonheid. Kleine waterdropp’len… Lees verder

Donderdag 9 november 1944

Najaar – herfst – bessentijd.

In de kale bomen vallen de bessen en vruchten goed op. De bladeren zijn verdord of verdwenen. Veel bessen zijn de vogels ten goede gekomen en de zaden hebben zodoende hun natuurlijke bestemming gevonden.

Waar je ook kijkt: overal bessen en vruchten, met de prachtigste kleuren. Oranje cotoneasterbessen, rozenbottels, rode pruneskersen, rode berberisbessen, zwarte vlierbessen, wijnrode met witte kamperfoeliebessen, witte sneeuwbes enz. enz. Nog eenmaal voor de winterrust vallen de heesters en bomen op door deze pracht. Lees verder

Woensdag 8 november 1944

Zo langzamerhand is alles kaal geworden. De meeste bomen en struiken zijn nu kaal. De vaste planten sterven af. De winter doet z’n intrede, hoewel de vorst nog op zich laat wachten.

De struikrozen in de stadstuin bezitten nog wat armoedige blaadjes. Wat uitgebloeide bloemen zitten er hier en daar tussen. Slechts één mooie late gele theeroos staat nog in volle bloei. Haar schoonheid valt des te meer op nu ze alleen over is. De laatste glans van de zomer.

It’s the last day of summer
Left blooming alone
All her lovely companions
Are faded and gone

Lees verder

Dinsdag 7 november 1944

Vanuit ons kantoorraam kijken wij op een akelige nare binnenplaats met aan alle zijden hoge gebouwen. Enkele armoedige struiken staan daar geplant. Slechts één boom vormt hierop een uitzondering. Precies in de hoek namelijk staat een prachtige hoge treurbeuk, wel twee verdiepingen hoog. Hij staat beschut voor de woedende novemberstormen en heeft bijna nog alle bladeren.

Als de zon op de boom schijnt, is het een lust voor het oog. Goud-geel-groen-bruin met de dikke grijze stam en takken. Op de sombere binnenplaats wordt de herfstpracht nog lang bewaard.

Herfsttij kleurt de bomen
Terwijl de storm reeds woedt Lees verder

Maandag 6 november 1944

De jonge Canadese populieren staan juist in de volle wind. Zij hebben nog ongeveer de helft van hun blad. Deze mooie geel-groen-bruine, bijna driehoekige bladeren, die zo leuk ritselen en zich snel bewegen aan hun dunne stelen, worden door de wind flink door elkaar geschud. Een en al beweeglijkheid in de bomen. Mooi steken ze af tegen de blauwe hemel met de witte wolkenballen en het groene gras eronder.

De zon bestraalt de snel trillende en bewegende balderen, waardoor de herfsttint goed opvalt.

Hoe schoon is o God Uw natuur! Lees verder

Zondag 5 november 1944

Regen en wind. Najaarsstormen. De regenwolken vliegen als wilde gevaarten langs de lucht. Het is koud en akelig.

De bomen die deze hele week hun herfstpracht tentoongespreid hebben, verliezen plots al hun bladeren. In een slag zijn de linden en de beuken kaal. Heerlijk is het om door de wind voortgeduwd te worden. De bladeren vliegen om je heen. Wat zijn ze mooi in hun prachtige goud-groen-gele tinten! Zij spelen hun laatste wilde spel op de hoeken van de straten.

De natuur sterft en gaat de winter in. Laten wij hopen dat zij weer ontwaakt door de aanraking van de vrede.

Rijk van alle bomen
vallen blaad’ren neer Lees verder

Zaterdag 4 november 1944

Najaar. Dat wil zeggen: regen, stormen, herfsttinten, bessen, vruchten.

De heesters die dit najaar vol zitten met bessen, zijn de cotoneasters [dwergmispels; ML]. Prachtig mooie kleine oranjerode bessen, die goed aftekenen tegen de donkergroene bladeren met de diepliggende nerven. De achterkant van de blaadjes is lichtgroen, soms wat behaard. De nerven zijn rood. De takjes iets rood aangelopen.

Wat een schoonheid spreidt de natuur ten toon in de verschillende heesters! Gelukkig vindt men deze struikjes niet de moeite waard om te kappen en blijven zij over om de rijkdom van de natuur te verkondigen. Lees verder

Vrijdag 3 november 1944

De meidoorns staan in hun volle herfstpracht. Tussen de vele bruin-geel-groene blaadjes, die al meer en meer afvallen, zijn de vele vruchtjes, de rode bessen, te zien. Boordevol zijn de bomen.

Voor de merels is dit een feestmaal. Tok-tjok-tjok hoor je maar. Van tak op tak. Alsmaar bessen pikken. De jonge merels, die niet zo mooi zwart zijn en waarvan de snavel nog grauw is in plaats van geel, willen zich nog af en toe laten voeren, maar dat lukt niet meer. Zij moeten zelf zien aan hun kostje te komen.

De herfst spreidt op deze regenachtige dag laar overvloed en schoonheid ten toon. Lees verder

Donderdag 2 november 1944

Als de dag begint, is de lucht helder. De bijkans nog volle maan staat laag boven het westen. Onder de maan ziet men nog even de verdwijnende wolkenbank die de nacht zoveel regen bezorgd heeft. Donker en dreigend zijn deze wolken nog. De voorkant wordt reeds belicht door de zon.

In het oosten komt de zon tussen enige cirruswolkjes op. Zij vormen mooi rozerode, later oranjegouden strepen. De zon verschijnt als het ware door een deur van licht. De ruiten van de huizen weerkaatsen haar glans.

De vogels beginnen te tsjilpen en te kwetteren. Het belooft een mooie dag te worden. Lees verder