8. Voorgang bij de vrouwen

Staveren 1949-1953

Hervormde kerk WarnsEén van de officiële taken van de predikantsvrouw was het meegaan naar begrafenissen. Daarbij had zij dan de ‘voor­gang bij de vrouwen’. Een rouwstoet werd rond de jaren vijftig van de 20e eeuw in Friesland namelijk als volgt samengesteld: achter de baar liep de dominee met de naaste mannelijke familie, vervolgens kwamen alle andere mannen, tot de verste achter­buurman toe, dan kwam er enige ruimte en tenslotte de predikantsvrouw met de naaste vrouwelijke familie en daarna alle deel­nemende vrouwen. Lees verder

7. Rare bokkensprongen

Staveren 1949-1953

Springende geitjesVeel bewoners van Staveren hadden als hobby het hou­den van geiten. Toen het voorjaar goed op gang was, werd in de schuine graswand bij de gracht vlak voor ons huis een geit neergezet met drie jongen. De kleintjes stonden niet vast. Dat kon, want er was nog maar weinig autoverkeer, zodat zij geen gevaar liepen. Wij genoten van de malle sprongen van dat kleine goed. Zij sprongen ook over onze stoep.

De winter was voorbij en de vulkachels werden opge­borgen: tijd voor de grote schoonmaak dus. Op een mooie voorjaars­dag besloten mijn hulp en ik de studeer­kamer een schoonmaak­­beurt te geven. Lees verder

6. Vrouwen op het Vrouwenzand

Staveren 1949-1953

Vrouwe van StavorenVoor het onderhoud van de pastorie had ik als hulp de dochter van de timmerman. We scheelden maar weinig in leeftijd en kon­den het best met elkaar vinden. Via haar moeder, die bestuurs­lid van de hervormde vrouwen­groep was, werd al spoedig bekend: “Die twee werken niet, die lachen alleen maar.”

Toen kwam één van die zeldzame zomermiddagen. Zelfs in Staveren, dat op de punt in het water ligt, zin­derde de warme lucht boven de straten en het IJssel­meer. Lees verder

5. Het no-iron overhemd

Staveren 1949-1953

Geit aan paalNaast de Staverse pastorie ligt een grasveldje met de waslijnen erboven, de zogenaamde ‘bleek’. Tijdens de vacature placht de buurman hier zijn geit te weiden. Toen de pastorie weer bewoond werd, kwam hij vragen of de geit op de bleek mocht blijven staan. Ik vond het best, dan bleef het gras kort. Alleen op wasdag had de geit hokarrest. Verder zou er rekening worden gehouden met de lijnen waar was aan hing en de plaats waar de geit stond.

Het ging een klein jaar goed. De geit at gras en wij kregen af en toe geitenmelk en geitenkaas. Maar op paaszaterdag liep het mis. Lees verder

4. Levende vis

Staveren 1949-1953

VissenDe burgemeestersvrouw nodigde mij uit op de thee. “Zij heeft vast een klusje voor je,” zei Leo. Op zijn minst ver­wachtte ik een collecte te moeten organiseren.

Het werd iets anders. De Huishoudelijke Voorlichting ten Platte­lande, ressorterend onder ‘Opbouw Friesland’, wilde naai- en kookcursussen in elke gemeente opzetten en zocht plaatselijke organisatrices. De burgemeestersvrouw wilde dit maar naar mij door­schuiven en ik vond het wel een leuke klus. Samen met een lerares landbouwhuishoudkunde begon ik met het voorbereiden en opzetten van een kookcursus. Lees verder

3. Mennist blauw

Staveren 1949-1953

zon en lamIn een klein stadje met duizend inwoners zijn uiteraard wei­nig winkels. Vaak is er van de meeste takken van ver­koop maar één soort. In onze jaren in Staveren was het watertoerisme (het bootjesvolk) nog gering. Als inwoner ben je van de winke­liers afhankelijk en zij weer van de klandizie. Het is in beider belang de inkopen bij de plaat­selijke middenstand te doen.

Tegen de winter hadden wij twee dekens nodig. Dus ik ging naar het piepkleine textielwinkeltje van Jan en Jantsje. Dekens waren uiteraard niet voorradig, maar met behulp van een stalen­boek werden de gewenste maat, kwaliteit en kleur be­paald. Lees verder

2. Itteniel

Staveren 1949-1953

AppelboomAchter onze Staverse pastorie lag een oude tuin. Deze werd aan drie kanten omgeven door hoge iepen met daaronder vlierbomen en hier en daar een hulst. In het najaar dienden deze bomen als verzamelplaats voor trekvogels, spreeuwen, lijsters, koperwieken e.d. Het was dan wel zaak om de was binnen te houden, want vlierbessenvogelvuil was zeer moeilijk uit het wasgoed weg te krijgen. In de tuin zelf stonden diverse oude vruchtbomen met daartussen verwilderde bessen­struiken, die enorm droegen. Lees verder

1. Dominee het een meid

Staveren 1949-1953

Pastorie StaverenIn 1949 werd Leo als jong proponent beroepen in Stave­ren. Het duurde echter nog enige maanden voor de in­trede plaats­vond. In dat halve jaar leerden wij elkaar kennen en op de kerkenraads­vergadering ter voor­bereiding van de intrede deelde de a.s. predikant mee, dat hij die dag zijn verloofde zou voorstellen. Grote vreugde: nu zou er in de toekomst een ge­zin in de oude pastorie wonen. Lees verder