Fredeshiem 1952-1972
Fredeshiem (Fries voor Erf van Vrede) is één van de vier doopsgezinde broederschapshuizen in Nederland. Het werd door Tjeerd Oeds Hylkema (1888-1962) in 1929 in de bossen bij Steenwijk opgericht als eenvoudig vakantie-, bezinnings- en conferentieoord voor met name (maar zeker niet alleen!) Friese doopsgezinden. Leo en Lidy Laurense zijn jarenlang nauw betrokken geweest bij het wel en wee van Fredeshiem. Leo was van 1952 tot 1972 secretaris van de Hiemwar (het bestuur) en ook nadien zijn zij actief gebleven als gastenleiding. Fredeshiem was voor hen de plek waar zij hun doopsgezinde overtuiging op een heel praktische manier met anderen konden delen en waar zij met hun gezin gelukkige tijden hebben beleefd.
Het verwende paard
In de wei tegenover Fredeshiem loopt een paard. Het is een mak en aanhalig dier. Onder de gasten is een gezin dat elke dag na de koffie bij het paard gaat kijken en hem dan brood en suikerklontjes voert. Dat bevalt het paard wel en na een paar dagen staat hij al bij het hek te wachten op het lekkers. Er komt echter een zaterdag waarop de gasten vertrekken en hij niet meer verwend wordt.
De volgende dag is het zondag en schitterend weer. Eerst de kerkdienst en daarna buiten koffie met oranjekoek. Het paard staat al om elf uur bij het hek en wacht en wacht… Dan wordt het etenstijd met het zondagse diner. In de eetzaal staan de tafels in de lengte: drie lange rijen. Men kan er precies tussendoor lopen. De deuren naar buiten zijn opengezet.
Het paard is het wachten moe en ziet kans uit de wei te komen. Hoe weten wij niet. Plotseling komt op het zandpand recht op de eetzaal af het paard stevig aanwandelen. Wij verwachten dat hij buiten blijft, maar dat is hij niet van plan. Heel voorzichtig loopt hij tussen de tafels door. Leo roept: “Geen paniek, blijft u rustig zitten!”
Onder de bel is ruimte voor het paard om te keren. Iemand heeft ondertussen een handvol suikerklontjes gehaald en heel langzaam en voorzichtig wordt het dier weer langs de tafels naar buiten geloodst. Dan gaan gauw de tuindeuren dicht en na afloop van de maaltijd zien we het dier weer rustig in zijn weide lopen.