De lucht is zwaar bewolkt. Het belooft regen, alles is vochtig. De zon kan slechts met moeite door het dichte wolkendek heen. Alles is nog nat van de dauw. Aan ieder grassprietje parelt een druppel.
Dan breekt de zon even door en een straal valt precies op de pas ontloken rozenblaadjes. Aan ieder puntje van het gezaagde, half ontvouwen blaadje glanst een dauwdruppel.
Het blaadje bezit een tint van lichtgroen, roodachtig en bruin. Het is net een stel waardevolle parels, die aan parelmoer bevestigd zijn.
Ik geloof dat men de schoonheid van de natuur niet geheel omvatten kan. Zo groot is ze.