1. Dominee het een meid

Staveren 1949-1953

Pastorie StaverenIn 1949 werd Leo als jong proponent beroepen in Stave­ren. Het duurde echter nog enige maanden voor de in­trede plaats­vond. In dat halve jaar leerden wij elkaar kennen en op de kerkenraads­vergadering ter voor­bereiding van de intrede deelde de a.s. predikant mee, dat hij die dag zijn verloofde zou voorstellen. Grote vreugde: nu zou er in de toekomst een ge­zin in de oude pastorie wonen.

Staveren is maar klein, dus het nieuws werd spoedig overal bekend en op de zaterdag voor de intrede voelde ik de nieuwsgierige blikken op mij gericht. Op zondag­morgen tijdens het ontbijt viel het ons op dat er voort­durend rumoerig gepraat voor het huis weerklonk. Er was iets! Toen we gingen kijken, stond er met grote let­ter in een mengeling van Fries en Hol­lands op de brede stoep geschreven:

DOMINÉ HET IN MEID

Een originelere verlovingsaankondiging aan dopers (1) en niet-dopers in Staveren was niet denkbaar.

Een half jaar later trouwden wij en ik werd huisvrouw in de pastorie (van 1870). Het huis was keurig opgeknapt. Er was water­leiding en elek­triciteit en het pronkstuk van de kerken­raad was de moderne keukenkast.

Wij woonden er een paar dagen, toen een buurman aanbelde. Hij kwam vragen of mevrouw van plan was een poesje te ne­men.
“Nee, niet direct.“
Dat was maar goed ook, want hij moest het me afraden. Er huisde namelijk op zolder een mud.

Mijn Friese kennis was nog niet zo groot dat ik wist dat een mud een bunzing is. Die mud ging van de ene zol­der naar de andere en hield de buurt rat- en muisvrij. Maar ook kleine kat­ten waren niet veilig voor hem. Toch werd mij verzocht geen jacht op de mud te maken. Hij deed niets en was erg nuttig.

Gedurende de drie jaar dat wij in Staveren woonden, was hij een trouw huisdier. Ik heb hem meerdere malen gezien en gehoord. Achter ons betengeld behang, dat tijdens flinke wind heen en weer klapperde, zaten in elk geval geen muizen.

De dieren waar het huis wèl vol mee zat, waren spinnen. Zij leefden van de in die jaren veelvuldig voorkomende groene IJsselmeermugjes. Die spinnen sponnen de vi­trage aan el­kaar, zeker als wij met vakantie waren. Er was geen vangen tegen, zodat ik tenslotte alleen de donderdag uitriep tot spinnen­vang­dag. De rest van de week konden de spinnen – in alle maten waren zij er – hun gang gaan.


  1. dopers = doopsgezind


Deze column verscheen oorspronkelijk op 26 november 1988 in het
logo Algemeen Doopsgezind Weekblad

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *