3. Mennist blauw

Staveren 1949-1953

zon en lamIn een klein stadje met duizend inwoners zijn uiteraard wei­nig winkels. Vaak is er van de meeste takken van ver­koop maar één soort. In onze jaren in Staveren was het watertoerisme (het bootjesvolk) nog gering. Als inwoner ben je van de winke­liers afhankelijk en zij weer van de klandizie. Het is in beider belang de inkopen bij de plaat­selijke middenstand te doen.

Tegen de winter hadden wij twee dekens nodig. Dus ik ging naar het piepkleine textielwinkeltje van Jan en Jantsje. Dekens waren uiteraard niet voorradig, maar met behulp van een stalen­boek werden de gewenste maat, kwaliteit en kleur be­paald.

Onze slaapkamer was in ‘bedsteeblauwe’ kleur geverfd. Dat hield de vliegen weg, legde de vrouw van de voor­zitter mij uit. Ik vermoedde sterk dat de verf nog uit de bedsteetijd was. Zij ging barsten van ouderdom, maar was oerdegelijk. Er was geen splinter af te krijgen.

Ik koos zalmkleurige dekens met iets bruin, dat kleurde goed bij de bedsteeblauwe slaapkamer. De winkelierster probeerde mij blauwe dekens aan te praten: dat was moderner. Maar ik koos voor zalmkleur.

Veertien dagen later, toen ik voor een paar dagen af­wezig was, werden de dekens bezorgd. Thuisgekomen maakte ik vol verwachting het pak open en daar kwamen uit: twee blauwe dekens van wel de gewenste maat en kwaliteit.

Direct ging ik naar het winkeltje van Jan en Jantsje. “Er is een vergissing gemaakt, ik heb blauwe dekens in plaats van zalm­kleurige.” Maar het bleek geen vergissing te zijn. Het hotel had ook zalmkleurige dekens besteld en nu konden wij in de pastorie toch niet dezelfde kleur heb­ben? De logica ontging mij ten enenmale. Waarom zou ik in het hotel wel en in mijn eigen huis niet onder zalm­dekens mogen slapen? Wat zat hier achter? Was het verkooptechniek?

De winkelierster had een ver familielid dat ook doops­gezind predikant was en die had onlangs ook dekens besteld: in mennist (1) blauw. Nu de Mennonitica om de hoek kwamen kij­ken, vond ik het beter om deskundig advies in te winnen. Dus zei ik dat ik er eerst met mijn man over wilde spreken.

Thuis stoof ik de studeerkamer in. “Weet jij er iets van, dat blauw een doopsgezinde kleur is en dat wij daarom onder blauwe dekens moeten slapen?“

Leo vermoedde de invloed van Groninger Oude Vlamin­gen. Die hadden in de 17e eeuw gedragsregels opge­steld, ook om­trent de kleuren van kleding en huizen (2). De winkelierster had ons dus voor een doopsgezinde zonde willen behoeden! Uit­eindelijk besloten we de de­kens maar te houden. Het was beter maar geen moeilijk­heden te maken over zulke kleinig­heden. Wel vroeg ik me af of ik straks ook alleen maar blauwe hand- en theedoeken bij haar kon kopen. Wij hebben de de­kens nog en de jaren door hebben we veilig mennist toe­gedekt kunnen slapen.

Toen ik er eenmaal mee te maken had gekregen, ont­dekte ik dat ‘doopsgezind blauw’ niet slechts iets inte­ressants uit onze geschiedenis is, maar nog steeds on­der ons leeft. Is het toe­vallig dat doopsgezinde druk­werken vaak in het blauw zijn uitgevoerd? Nee… Is het toevallig dat het Wereldcongres te Wichita in 1978 alles wat met het congres te maken had, in ‘mennist blauw’ uitvoerde? Nee… Het was ook niet toevallig dat de feestfolder bij het 25-jarig bestaan van de LFDZ (3) blauw was en dat ik mij, als voorzitster, in een blauw pakje ge­stoken had. En zo zullen voor degenen die erop letten, nog veel meer sporen van dopers blauw in onze broeder­schap te ontdekken zijn. De invloed van ons voorgeslacht werkt door en ik merkte dit voor het eerst bij de Staverse textielwinkelierster.


  1. Mennist = doopsgezind, naar Menno Simons (1496-1561), voorman van de vreedzame doperse beweging.

  2. De zogenaamde Groninger Oude Vlamingen (zeer strenge mennisten) hebben in 1669 op een vergadering te Loppersum leefregels vastgesteld waarin soberheid erg belangrijk was: geen sieraden, opschik, fel gekleurde en glanzende stoffen; geen pronk. Binnen- en buitenshuis moest alles eenvoudig, onopvallend, maar wel degelijk zijn. Blauw werd de meest gebruikte kleur.

  3. LFDZ = Landelijke Federatie van Doopsgezinde Zusterkringen.


Deze column verscheen oorspronkelijk op 18 februari 1989 in het
logo Algemeen Doopsgezind Weekblad

 

2 gedachten over “3. Mennist blauw

  1. Beste mevr. Laurense,
    Op zoek naar de betekenis van het menniste symbool Zon-en-Lam stuitte ik op uw ontdekking van het ( prachtige) menniste blauw: misschien niet toevallig mijn lievelingskleur, hemels blauw ! Maar wilt u mij misschien uitleggen wat de symboliek van de zon en lam is ? Op ons theelepeltje gebruik ik het iedere dag en nooit geweten waar het voor stond…..wijlen mijn ouders waren , naar ik meen collegae van de uwe. Was uw moeder niet paddestoelen- deskundig ? Ze zaten op gegeven moment gezamelijk in de ADS. Papa Hoogslag vanuit het toen nog afgelegen Friesland naar Amsterdam in zij 2CV……..hartelijke groeten , Klaske E. Hoogslag.

    • Beste Klaske Hoogslag,

      Wat leuk om een mailtje van je (mag ik je zeggen?) te krijgen. Je naam heeft voor mij een bekende klank, ik denk dat we elkaar in de jaren 60 ook wel eens gezien zullen hebben, in de tijd dat mijn vader dominee in Bolsward was. Wellicht op Fredeshiem? Woonden jullie niet in Holwerd of Leeuwarden? Of Dokkum? Het staat me nog vaag bij.
      Mijn moeder wist inderdaad alles van planten en dus ook paddenstoelen en ik herinner me dat ze op Fredeshiem daarvoor ook mensen mee uit wandelen nam.
      Wat ik ervan begrijp, hebben die zon en dat lam niets te maken met religieuze symbolen, maar waren het namen van gebouwen in Amsterdam (het lam was een brouwerij). Achter deze link het verhaal ervan:http://www.dickamesz.nl/DAhist/Amesz/Historie.pdf

      Met hartelijke groet uit (tegenwoordig) Velp,
      Marijke Laurense

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *