Sappemeer 1974-1978
In de 16e eeuw werd begonnen met de vervening van het Sappemeer. Drie eeuwen later was het veenmoeras herschapen in landbouwgrond. Eerst bracht het turf voort, daarna graan en aardappelen. De middeleeuwse witte wieven, dwaallichten en weerwolven waren verdwenen. Waarheen?
In de jaren vijftig van de 20e eeuw wordt midden in het oude Sappemeer in het land van een doopsgezinde boer het eerste aardgas aangeboord. Spoedig volgen er meer boringen, vooral toen het aardgas de vondst van de eeuw bleek. Dan wordt het niet donker meer in de veenkoloniën, want het gehele gebied komt vol met boorlocaties. Op elke locatie staat een ontluchtingspijp, waarop altijd een gasvlam brandt. De dwaallichten van vroeger zijn terug. Zij hebben nu vaste plaatsen en worden door camera’s bewaakt.
Soms, als de gasdruk te sterk wordt, schiet de gasvlam meters omhoog en brandt met een loeiend gebrul. Het geluid van vele weerwolven klinkt dan weer over het veen.
Wanneer in 1978 de 350-jarige drooglegging van het Sappemeer gevierd wordt, verschijnen de witte wieven, vriendelijk wuivend op een praalwagen. De middeleeuwse verhalen hebben moderne jasjes gekregen. Heel Nederland profiteert van de opbrengsten van het aardgas.
Op een late namiddag in maart 1976 bevind ik mij in het kleinste kamertje van de pastorie. Plotseling klinkt er een doffe onderaardse knal en het geluid plant zich rammelend en trillend door het veen voort. Het spoelwater in de toiletpot golft omhoog tot de rand van de pot en zakt schommelend weer terug. De fijne takjes van de berkenbomen naast het huis slingeren hevig heen en weer. In de gang valt kalk van de muur en de ruiten van de tussendeur rammelen.
Wat is er gebeurd? Ik loop het hele huis door, maar kan niets bijzonders ontdekken. Meer mensen hebben de knal bemerkt en de volgende dag vermelden de kranten dat waarschijnlijk ergens boven Groningen de geluidsbarrière doorbroken is. Bij navraag blijkt echter, dat geen enkele luchtmachtbasis op dat tijdstip een vliegtuig in de lucht had.
Dat de geluidsbarrière doorbroken is, geloof ik graag. De oorzaak zat naar mijn indruk echter niet hoog in de lucht, maar diep onder de grond.
Rond 1990 worden steeds meer trillingen en knallen in de Gronings-Drentse venen waargenomen. Nu gaan deskundigen onderzoeken of er verband bestaat tussen deze knallen en de aardgaswinning. Ook mijn veenknal uit 1976 wordt in het onderzoek betrokken. Dan blijkt dat onder het Slochterveld een zoutkoepel ligt en dat de bovenste aardlaag een breuk vertoont die van Sappemeer naar Ten Boer loopt. Dit zou de veenknal van 1976 verklaren. Ik hoop dat de kerk en de pastorie in de toekomst vrij zullen blijven van veenknallen en trillingen!