17. Ald faers erf

Bolsward 1958-1968

Bolsward, de SikAld faers erf, zo heet de toeristische route bij Bolsward. Het betekent: voorvaderlijk erf. Wij woonden een week in Bolsward en hadden door de dichte mist nog nooit de overkant van de straat gezien. Toen de mist optrok, werd het zeer helder en keken wij uit over het wijde landschap van de Friese Greid­hoek. Met behulp van een verrekijker telde ik vijftien kerk­torens!

Dit was historische menniste grond. Recht vooruit la­gen ooit het Ugoklooster, waar Menno´s* vrouw geweest was, en het klooster Bloem­kamp, dat door de opstandige weder­dopers in 1535 veroverd werd.

Aan de einder zag ik met moeite de toren van Oosterlittens, waar in 1710 een jong mennist echtpaar een bakkerij begon. Hun nageslacht trok naar Sneek en later naar Bolsward. Zij namen in 1811 de achternaam aan die ik ook draag.

Bolsward zelf is een oud stadje. Menno moet hier bij de Wit­heren** onderwijs genoten hebben. Hij heeft door dezelfde straten gelopen, waar ik nu langs ga om mijn dochtertje naar school te brengen.

Ineens doorbreekt het schelle gefluit van de Sik mijn ge­peins. Een elektrolocomotief met enkele goederen­wagens rijdt elke dag van Sneek luid gillend door Bolsward naar de zuivel­fabriek om te lossen en te laden. Mijn vader vertelde mij, hoe in zijn Sneker jeugd deze trein als stoomtreintje was gaan rij­den langs de Boalsertertramdyk.

Ik moet boodschappen doen en ga dan naar het stadhuis om naar onze juiste straatnaam te vragen. Aan het einde van de straat staat de naam Snekerweg op het bordje en aan het andere einde de naam Snekerstraat. Wat is nu juist?

Ik vervoeg mij aan het loket met dit probleem. De juffrouw gaat het voor me opzoeken. Zij trekt diverse laden open. Eindelijk heeft zij enige papieren en roept een volgende ambtenaar. Samen beginnen ze te grinniken. Ik schijn iets heel geks ge­vraagd te hebben. Eindelijk komt de ambtenaar aan het loket en zegt: “Ziet u mevrouw, de straatnamen worden in Den Haag vastgesteld en daar weten ze het altijd niet zo precies. Maar wij in Bolsward zeggen Snitsertramdyk“.

De post komt wel terecht. Na overleg met de kerkenraad be­slissen wij ‘op papier’ aan de Snekerstraat te wonen en de Snitsertramdyk te gebruiken in het Friese gesprek. Later ont­dekken wij dat de onze Snekerstraat in Nyland Sneker­weg heet: de gemeentegrens liep dus aan het einde van de straat!

Die avond is er een gemeenteavond van de kerk. Wij worden hartelijk welkom geheten en maken kennis met de gemeente­leden, waaronder ons reeds bekenden van Fredeshiem. Er wordt een uitgebreid jaarverslag voorgelezen, dan kunnen wij een indruk krijgen van de werkzaamheden in de gemeente. Bij het punt ‘leden’ wordt vermeld dat broeder en zuster Van der Meulen op hoge leeftijd Bolsward verlaten hebben. De secre­taris voegt hieraan toe: “Helaas hebben nu de laatste leden van een mennist geslacht onze gemeente verlaten.”

Maar dat is mij te erg. Ik spring op en roep: “Maar hier staat de volgende!” Verschrikt kijkt de gemeente mij aan. Sommigen echter beginnen te lachen en mijn buurvrouw zegt: “Wel, dan horen jullie helemaal bij ons.”

En zo begon voor ons een nieuwe werk- en leefperiode in een gebied dat op verschillende manieren Ald faers erf voor ons was.


* Menno Simons (1496-1561), voorman van de vreedzame doopsgezinde beweging.

** Witheren: kloosterorde van Kanunniken


Deze column verscheen oorspronkelijk op 26 mei 1990 in het

logo Algemeen Doopsgezind Weekblad

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *