Slot: Dominee hèt een meid! Een interview

Interview uit 1992 door Ruth Winsemius

Lidy Laurense-van der MeulenHet verhalen vertellen zit tot haar eigen verbazing in haar bloed. Van haar losse, sterk relativerende vertelstijl konden de ADW-lezers vier jaar lang maandelijks genieten. Zr. Lidy Laurense-van der Meulen houdt er nu mee op. ‘Je moet niet te lang doorgaan met zoiets’, vindt ze. En bovendien had ze de ongewone ‘gewone’ gebeurtenissen in de laatste standplaats die ze als predikantsvrouw in actieve dienst had, nu beschreven. Lees verder

21. De pil

Bolsward 1958-1968

Doopsgezinde kerk in BolswardToen de kinderen beiden naar school gingen, kreeg ik meer vrije tijd. Al spoedig deed het Groene Kruis een beroep op mij voor een bestuurs­functie. Mijn taak werd de organisatie van de Emma-Bloemcollecte en het bijwo­nen van de moeder- en kleutercursussen. Hierdoor kreeg ik ter plaatse meer bekend­heid en werd ik voorzien van twee stempeltjes: doopsgezind en het Groene Kruis.

In de jaren zestig kwam de anticonceptiepil op de markt. Op de cursussen werd er echter niet over gesproken. De rk-kerk was ertegen en de calvi­nisten hadden hun standpunt nog niet bepaald. De doopsgezinden vonden dat mondige mensen zelf over het gebruik moesten beslissen. Lees verder

8. Voorgang bij de vrouwen

Staveren 1949-1953

Hervormde kerk WarnsEén van de officiële taken van de predikantsvrouw was het meegaan naar begrafenissen. Daarbij had zij dan de ‘voor­gang bij de vrouwen’. Een rouwstoet werd rond de jaren vijftig van de 20e eeuw in Friesland namelijk als volgt samengesteld: achter de baar liep de dominee met de naaste mannelijke familie, vervolgens kwamen alle andere mannen, tot de verste achter­buurman toe, dan kwam er enige ruimte en tenslotte de predikantsvrouw met de naaste vrouwelijke familie en daarna alle deel­nemende vrouwen. Lees verder