Dinsdag 17 april 1945

De ondergaande zomerzon werpt haar nog krachtige stralen in de brede straat. Het gouden licht weerkaatst in de ramen. De bomen in de tuinen worden sprookjesachtig verlicht. Als lichtende vonken dansen stofjes en muggen rond.

Veel mensen zijn op straat. Hun lang schaduwen vallen voor of achter hen. Toverachtig worden de haren van de meisjes bestraald.

Wat mis ik nu de meidoorns, die anders in teer groen langs het trottoir stonden en waarin de vogels tsjilpten. Gelukkig is de zon er nog en die kan ons niet ontnomen worden.

Gouden Zonne, jij met je daverende stralende pracht. Lees verder

Woensdag 15 november 1944

Na enige weken regen en storm is het vandaag droog en mooi weer. De eerste nachtvorst is gekomen. Wat is het fijn om weer eens een heldere blauwe lucht te zien!

De zon gaat oranje onder boven de nevelige weilanden. In de stille sloot weerkaatst het laatste zonlicht en de hele omgeving met nevels en zon weerspiegelt zich in het water. Het belooft een mooie maar koude sterrennacht te worden. De kraaien vliegen in groepen naar hun slaapplaatsen. Groepen spreeuwen trekken over.

De zon zinkt zacht in het westen
De vogels gaan naar ’t nest Lees verder

Zaterdag 11 november 1944

De zwarte bomen staan geëtst op blanke
Vreemdlichte luchtreep, maar daarboven dreigen
De hemel streng beheersend ‘lijk hun eigen
Domein loodgrijzen loden wolkenbanken.

Wijnkleurige eiken en gele berken zwijgen,
Die steeds nog rits’lende en rode ranken
Der wilde wingerd hangen stil, die kranken
Laten, al stervend, blaad’ren als tranen zijgen.

Plots rolt de zon, matgouden bal, door ’t grijze
Der somb’re wolken, tot zij rossig blonden.
Doch openspert een muil, waarvoor ik ijze
Een wolkenwolf – is Fenris losgebonden?
En, gulzig hong’rend naar die hemelspijze
Heeft plots de wolf de gulden zon verslonden.

Hélène Swarth Lees verder

Donderdag 2 november 1944

Als de dag begint, is de lucht helder. De bijkans nog volle maan staat laag boven het westen. Onder de maan ziet men nog even de verdwijnende wolkenbank die de nacht zoveel regen bezorgd heeft. Donker en dreigend zijn deze wolken nog. De voorkant wordt reeds belicht door de zon.

In het oosten komt de zon tussen enige cirruswolkjes op. Zij vormen mooi rozerode, later oranjegouden strepen. De zon verschijnt als het ware door een deur van licht. De ruiten van de huizen weerkaatsen haar glans.

De vogels beginnen te tsjilpen en te kwetteren. Het belooft een mooie dag te worden. Lees verder

Zaterdag 28 oktober 1944

De hele nacht heeft het gegoten. Als de morgen aanbreekt, is de lucht voor driekwart schoongeveegd. Aan de horizon stapelen zich enige cumuluswolkjes op. De opgaande zon belicht ze met een roze gloed.

In de middag drijven veel wilde cumuluswolken langs het blauw van de hemel. Prachtige dikke wolkenbalken met donkere vlekken. Hier en daar een regenwolkje ertussen.

Als de zon ondergaat, is weer het aspect veranderd. Dan tekenen zich lange windveren af, die uit één punt schijnen te komen. Rozegoud worden zij belicht door de zon. Eronder drijven snel enige regenwolkjes. Zij komen en gaan, die wolken. Vanwaar en waarheen? Lees verder

Zondag 29 oktober 1944

Het is een heerlijke zonnige middag. De zon straalt uit een blauwe hemel tussen de schapenwolkjes. Het kleine bloemstukje voor het raam ontvangt het volle licht.

Schaduwen en lichte zonneplakjes spelen op de roze-rode cyclaambloemen. De nerfjes tekenen zich fijn in de bloemblaadjes af.

De blaadjes van de varentjes (adiantum) ertussen zijn geheel doorschijnend. Aan de randen zelfs heel licht. Zij werpen hun schaduw op de aarde, waar veel dunne varensteeltjes en dikke cyclamenstengels omhoog gaan.

Voor al wat bloeit en groeit en leeft
Voor al wat geur en kleuren heeft Lees verder