Dinsdag 17 april 1945

De ondergaande zomerzon werpt haar nog krachtige stralen in de brede straat. Het gouden licht weerkaatst in de ramen. De bomen in de tuinen worden sprookjesachtig verlicht. Als lichtende vonken dansen stofjes en muggen rond.

Veel mensen zijn op straat. Hun lang schaduwen vallen voor of achter hen. Toverachtig worden de haren van de meisjes bestraald.

Wat mis ik nu de meidoorns, die anders in teer groen langs het trottoir stonden en waarin de vogels tsjilpten. Gelukkig is de zon er nog en die kan ons niet ontnomen worden.

Gouden Zonne, jij met je daverende stralende pracht. Lees verder

Vrijdag 3 november 1944

De meidoorns staan in hun volle herfstpracht. Tussen de vele bruin-geel-groene blaadjes, die al meer en meer afvallen, zijn de vele vruchtjes, de rode bessen, te zien. Boordevol zijn de bomen.

Voor de merels is dit een feestmaal. Tok-tjok-tjok hoor je maar. Van tak op tak. Alsmaar bessen pikken. De jonge merels, die niet zo mooi zwart zijn en waarvan de snavel nog grauw is in plaats van geel, willen zich nog af en toe laten voeren, maar dat lukt niet meer. Zij moeten zelf zien aan hun kostje te komen.

De herfst spreidt op deze regenachtige dag laar overvloed en schoonheid ten toon. Lees verder