Woensdag 1 november 1944

Langs de tuinmuur groeit de klimop. De bladeren glimmen van de herfstmist. Ieder blad is op zichzelf reeds mooi. Het donkergroen driedelige (soms vijfdelige) blad met de lichte nerven. De achterkant is mooi lichtgroen.

Hoger tegen de muur zijn de bloeitakken. De bladeren zijn puntig, enkelvoudig. Aan het einde van het takje bevinden zich de bloemknoppen en de bloempjes. De kelkblaadjes zijn teruggeslagen. Kroon ontbreekt, de vijf meeldraden steken naar voren. Beneden aan het klimopblad.

Klim op, bloei en groei. Jaren lang. Lees verder