12. Meppeler muggen

Meppel 1953-1958

Meppel KnopperslaanIn 1953 verruilden wij de zuidwestpunt van Friesland tegen de zuidwestpunt van Drenthe, het handelsstadje Meppel, waar de stroompjes, beken en kanalen van Midden-Drenthe samen­komen in het Meppelerdiep. Een laaggelegen gebied dus, dat vóór de kanalisering van genoemde watertjes regelmatig onder­liep. Een land van laagveen en muggen.

Er is een leuk verhaal (een soort Meppeler ui) waarin verteld wordt dat er op een mooie zomeravond zóveel muggen rond de kerktoren wolkten, dat men dacht dat de toren in brand stond. Het spuiten van de brandweer hielp niet om de muggen weg te jagen.

Mijn volgende belevenis in Meppel bestaat uit een aantal vol­komen losstaande feiten, die zich op een midzomer­avond rond de pastorie verzamelden gelijk een wolk muggen. En toen liep er iets mis…

Mug 1

Onze woning, de middelste op de foto, lag aan de rand van de vooroorlogse stad aan een eerste rond­weg (Ceintuur­baan). Bestrating en indeling waren één geheel, maar op ver­schillende kruispunten veranderde de weg van naam. Voor de Meppelers zeer verklaar­baar, maar voor nieuwkomers en vreemden erg verwar­rend. Wij woonden op de Knopperslaan nr. 19, maar vijftig meter verder heette de straat Ceintuurbaan en begon opnieuw te nummeren. Het gevolg was dat er wel eens mensen en boodschappen aan de deur kwamen voor Ceintuurbaan 19 en omgekeerd.

Mug 2

Leo was predikant van Meppel en Assen en wat daar tussen lag. In het winterhalfjaar reisde hij per trein, maar in het zomerhalfjaar gebruikte hij de scooter. Het werd soms erg laat voor hij thuis kwam. Vooral bij regen en mist maakte ik mij dan erg ongerust.
“Je moet je niet ongerust maken,” zei hij. “Ik beloof je: als ik erg verlaat ben, dan bel ik op.”
“Maar als er iets ergs met je gebeurt?”
”Ja, dan heb je de Rijkspolitie eerder aan de deur dan je denkt.“

Het is die jaren twee keer voorgekomen dat hij belde, omdat hij niet meer thuis kon komen.

Mug 3

Een predikant wordt geacht huisbezoek te doen, maar er zijn leden met wie het moeilijk is tot een af­spraak te komen. Eén zo’n lid was de vrouwenarts te Meppel. Een drukbezet man. Eindelijk, na vier jaar, lukte het een huisbezoek te doen. ’s Avonds om halftien.

“Wacht nu maar niet op me en ga op tijd naar bed, het kan wel laat worden,” zei Leo. Hij vertrok per fiets. Ik bleef nog wat in de tuin luieren en keek naar de wolken muggen die rond de berkenboom vlogen. Om halfelf ging ik naar bed.

Mug 4

Ik was namelijk ruim acht maanden zwanger en daarom ging Leo deze laatste weken zo min mogelijk buiten Meppel werken. Juist toen ik in de slaapkamer was, werd er gebeld. Wie kon dat zijn, zo laat?

Mug 5

De bewoners van Ceintuurbaan 19 hadden een ad­vertentie in de Meppeler Courant gezet, waarin zij meubilair aanboden. Een jonge agent van de Rijkspolitie die trouw­plannen had, reageerde hierop en maakte een afspraak dat hij aan het einde van zijn dienst tegen elf uur een kastje zou ko­men ophalen.

De agenten waren echter niet bekend in Meppel en vergisten zich in de straat. Terwijl ik naar de voordeur loop, zie ik door het zijraam een snelle witte Porsche van de Rijks­politie voor het huis staan. De schrik slaat mij om het hart! Er is iets gebeurd… met Leo?

Op dat moment denk ik er niet aan dat de scooter veilig in de schuur staat. Als ik de deur open, staan er twee stoere witgejaste agenten voor de deur. Zij sa­lueren netjes, maar ik voel me draaierig worden en zoek steun tegen de deur. De agenten zien dat er iets mis gaat, vangen mij op en voeren mij naar de kamer. Hoofd omlaag, kom ik weer bij.

”Wat is er gebeurd? Is er iets met mijn man?” vraag ik.
”Uw man? We weten van niets, we komen voor een kastje.”
”Een kastje, wat voor een kastje? Ik heb geen kastje.”

De agent frommelt een krantenknipsel uit zijn zak en leest voor: “Meubilair aangeboden, Ceintuurbaan 19 te Meppel. Ik heb er over opgebeld, u wist dat wij kwamen.“
“Maar dit is de Knopperslaan, u bent verkeerd.”

Grote schrik. ”Dan moeten we gauw naar het andere adres, want de Porsche moet op tijd terug.”
“Maar zo kunnen wij deze vrouw niet achterlaten! Kan ik uw man opbellen?“ vraagt de andere agent.
“Ja, hij is bij de gynaecoloog.”
”Bij de gynaecoloog? Nou moet het niet gekker worden! Me­vrouw loopt op alle dagen en meneer zit bij de gy­naecoloog! Ik zal hem bellen, dat hij direct thuis komt.”

Ik vind alles best en voel me moe. De agent draait het num­mer van de gynaecoloog. “Uw man komt, dus wij vertrekken,” zeggen de agenten. Nauwelijks is de snelle Porsche ver­dwe­nen, of zijn plaats wordt ingenomen door de doktersauto. Leo en broeder Ten C. springen eruit.

”Wat is hier gebeurd?” Zodra ik mijn man zie, breekt de span­ning en snikkend vertel ik het gebeurde. Ik word dadelijk onder­zocht.
“De moeder is meer in de war dan de baby, die is nu rustig. Gaat u maar lekker slapen en geen problemen maken.”
Ik af, naar boven, en het huisbezoek wordt in de pastorie voortgezet.

Twaalf dagen later werd ons tweede dochtertje Marijke gebo­ren.


Deze column verscheen oorspronkelijk op 28 oktober 1989 in het
logo Algemeen Doopsgezind Weekblad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *