33. Mevrouw Dominee

Delft 1968-1974

skeletLes geven in tien brugklassen met dertig leerlingen be­tekende dat ik driehonderd kinderen moest leren ken­nen. Elke week leerde ik mij­zelf drie namen per klas, dan was ik in tien weken rond. Om orde te houden moest ik de leerlingen goed kennen. Onder deze drie­honderd kinderen waren drie uit doopsgezinde gezinnen. Zij ken­den mij al vanuit de gemeente.

Een klas is bezig met schriftelijk werk. Er gaat een vinger om­hoog. “Ja, Menno?”
“Mevrouw Dominee, ik heb wat fout gedaan, wilt u even ko­men kij­ken?”
Ik loop naar Menno toe en help hem. Noch Menno, noch ik reali­seren zich dat hij geen ‘Juf’ gezegd heeft, maar in de klas ontstaat een onderdrukt gegiechel: Mevrouw Dominee. Gelukkig krijg ik de jeugd weer rustig en aan het eind van de les leg ik uit waarom Menno ‘Mevrouw Dominee’ gezegd heeft. Veel indruk maakt dit niet op deze open­bare-school­kinderen en er ontstaat geen bijnaam door. Maar toch blijven de gevolgen niet uit. Lees verder

32. Schooltuinjuf

Delft 1968-1974

Schooltuinjuf“Er staat een baantje voor je in de krant,” zegt mijn man begin 1970. “Delft vraagt leiding voor de school- en kinder­tuinen.” De volgende dag ging ik er op af en werd dadelijk aan­geno­men: twee keer per week een groep van twaalf kin­deren van tien tot twaalf jaar op de tuinen vlakbij Delf­gauw. De voor­middagen waren be­schikbaar voor tuinrondleidingen met schoolklassen.

Het was leuk om met de kinderen te zaaien, onkruid te wieden en van groenten en éénjarige bloemen te oog­sten. Ik kon de kinderen wijzen op allerlei bijzondere planten, dieren en in­secten die in de tui­nen voorkwamen. Lees verder